Materiaal: trekvaste geweven polyamide, met ingenaaid koord.
Maat: 6.10 meter doorsnee
Ook beschikbaar in de maten 3 m en 7,30 m in doorsnee.
Prijs: | €5,00 | ||
Meer informatie:
Zweefspel:
Iedereen houdt de parachute met beide handen vast. De parachute ligt plat en strak op de grond en de spelers hurken erom heen. Samen heffen de spelers tegelijk de armen omhoog waardoor de parachute zich met lucht vult. Op het hoogste punt roept de spelleider ‘los’ en iedereen laat de parachute de lucht in vliegen. Hoe vloeiender en gelijker deze beweging wordt gemaakt, hoe meer lucht erin de parachute komt. De parachute komt dan langzaam als een luchtkussen naar beneden.
Paddestoelspel:
De spelers houden de parachute strak op de grond en trekken de parachute gezamenlijk omhoog. Nu wordt de parachute niet losgelaten, maar wanneer de parachute op het hoogste punt is doet iedereen een paar stappen naar binnen. Laat dan de parachute maar op iedereen neerkomen. Wanneer je onder de paddestoel staat kun je er niet veel van zien. Doe het daarom een paar keer zodat iedereen om de beurt even kan staan kijken.
Tentspel:
Alle spelers brengen weer de parachute omhoog, maar houden de parachute vast. Wanneer de parachute omhoog is doet iedereen twee stappen naar binnen, trekt de parachute over het hoofd heen achter de rug langs en gaat aan de binnenkant op de rand zitten.
Oversteekspel:
Het bekende ‘oversteekspel’ maar nu onder een parachute. Pas op, want je komt elkaar in het midden tegen. De parachute wordt omhooggehouden. Wanneer de spelleider bijvoorbeeld roept ‘iedereen die een oorbel draagt’, loopt iedereen met een oorbel onder de parachute door.
Tikspel
Bij de start van dit spel wordt de parachute op schouderhoogte vastgehouden en lopen drie spelers er onder rond. Op de parachute ligt een bal. Het is de bedoeling dat degenen die de parachute vasthouden zo manoeuvreren dat de spelers die er onder lopen door de bal geraakt worden. Ook de hoogte van de parachute mag veranderd worden. Het spel eindigt als alle drie de spelers door de bal geraakt zijn.
Balschotspel:
De parachute wordt als een vangnet opgehouden. Een bal ligt in het midden. Alle spelers proberen met de parachute te wapperen en te trekken ervoor te zorgen dat de bal aan de overkant uit de parachute vliegt en niet aan de eigen kant. Dit spel kan ook met meerdere ballen gespeeld worden, dan vliegt alles in het rond.
Vuurwerkspel:
Bij dit spel gaat het erom dat de ballen zo hoog mogelijk geworpen worden. Hoe hoger vuurwerk, hoe mooier. De gil- en knalgeluiden worden er zelf bijgemaakt. Behalve zomaar wat te staan te schreeuwen terwijl de ballen de lucht invliegen kunnen ook opdrachten gegeven worden als: maak een gillende keukenmeid, een rommelend vuurwerk in de verte, finale enz.
Rondbalspel:
Zonder samenwerken lukt het niet. De parachute wordt halfhoog vastgehouden. Een grote bal wordt langs de rand erop gelegd. Het is de bedoeling dat door een golfbeweging hoog-laag te maken de bal langs de rand van de parachute rondom rolt. Als het goed lukt een kleine bal toevoegen. Ze mogen elkaar niet raken. Of ze moeten elkaar juist wel raken.
Poppenspel:
De parachute wordt vastgehouden in een kring en er wordt een pop in gegooid. De pop wordt dan met de parachute omhoog geworpen en weer opgevangen enz. De pop maakt daarbij de raarste kapriolen.